Glucose
Glucose
Glucose is een koolhydraat. Je hebt meerdere soorten koolhydraten. Deze bestaan uit 1 suikermolecuul (monosachariden), 2 suikermoleculen (disacharide) of meerdere suikermoleculen (polysacharide). 1 suikermolecuul bestaat uit glucose. Glucose krijg je niet direct binnen via voeding, maar je krijgt het pas binnen als je lichaam een disacharide of zetmeel verteert. Glucose kusje eten en dat heet dextrose en druivensuiker.
Wat doet glucose?
De glucose wordt opgenomen door de darmwand en gaat door naar het bloed. Daarom word glucose bloedsuiker of bloedglucose genoemd. via het bloed komt het terecht in de weefels die het kunnen verbranden, zoals spieren. Daardoor ontstaat energie die je nodig hebt voor je hersenen, je spieren en je organen goed te laten werken.
Verbranding van glucose: vrijmaken van energie
De verbranding van glucose gebeurt door de lichaamscellen. Dit gebeurt in 2 stappen. Eerst gaan bepaalde enzymen glucose breken af tot de stof pyruvaat. Deze stap heet glycolyse. Deze stof word verder afgebroken. Naast water en CO2 ontstaat ook energie. Dit deel wordt ook wel citroenzuurcyclus, is ook zuurstof nodig. Als er te weinig zuurstof aanwezig is wordt er dan minder energie vrijgemaakt en word dan de pyruvaat omgezet in melkzuur. Dat merk je op als de verzuring van de spieren tijdens het sporten.
De lichaamscel die energie vrijmaakt gebruikt de energie voor verwarming, groei en herstel van het lichaam en ook voor de transport van stoffen.
Bloedsuikerspiegel: de rol van insuline en glucagon
Je lichaam zorgt ervoor dat het glucosegehalte in het bloed binnen normale grenzen blijft. het Glucosegehalte wordt ook wel bloedsuikergehalte of bloedsuikerspiegel. als je na het eten van een maaltijd met koolhydraten dan gaat de bloedsuikergehalte stijgen. Bij personen die gezond zijn stijgt het ongeveer 1 tot 2 uur na de maaltijd. Als de bloedsuikergehalte begint te stijgen na dat je hebt gegeten gaat het hormoon insuline ervoor zorgen dat het in het bloed komt zodat de weefsels het glucose snel opnemen. In de cellen worden de glucose verbrand of opgeslagen, daardoor neemt het bloedsuikergehalte weer af.
Het lichaam maakt het hormoon glucagon aan door als het bloedsuikergehalte onder een bepaalde grens komt. Glucagon kan ervoor zorgen dat er wat glucose kan worden vrijgemaakt, daardoor stijgt dan het bloedsuikergehalte tot een normale niveau. Mensen die gezond zijn, zijn dan onder normale omstandigheden door de bloedsuikerspiegel te variëren tussen de 4mmol/I en 8mmol/I.
Het is schadelijk voor je lichaam als je een te lage bloedsuikergehalte (hypoglykemie) en een te hoge bloedsuikergehalte (hyperglykcemie) hebt. Mensen die gezond zijn komt dit weinig voor en mensen die diabetes hebben een ontregeld bloedsuikergehalte.
Glycogeen
Je lichaam kan een klein gedeelte glucose opslaan in de lever en de spieren dat heet dan niet meer glucose maar glycogeen. Die kan ps komen als je energie nodig hebt, door bijvoorbeeld een grote inspanning. als je kort komt aan glucose maakt je lichaam glucose uit aminozuren (eiwit) of uit glycerol (vet). Daarvoor zijn het groeihormonen en de stresshormonen adrenaline en cortisol bij betrokken. Dit proces neemt plaats in de lever.